De koers van Bitcoin nam een hoge vlucht in de eerste maanden van 2021. Met die koersstijging gaat onvermijdelijk weer een moeilijke vraag gepaard:
- Hoe kijkt de fiscus naar meerwaarden gerealiseerd met BTC?
- Naast deze zuiver fiscale behandeling, rijzen ook steeds meer vragen over compliance: moeten investeerders hun (online-)wallet rapporteren in de aangifte personenbelasting?
- Kunnen opbrengsten uit cryptoinvesteringen overgeschreven worden naar een bank?
- En wat weet de fiscus nu al over crypto tegoeden?
Start2Bitcoin zet een en ander nog eens voor u op een rij, samen met fiscaal advocaat Gertjan Verachtert (Sansen International Tax Lawyers). Gertjan assisteert belastingplichtigen met de fiscaliteit gelinkt aan investeringen in binnen- en buitenland, alsook met vermogensplanning.
Hij behaalde in 2018, samen met collega Daan Van Nieuwenhove, een eerste ruling in verband met het onbelast karakter van Bitcoin-meerwaarden.
Personenbelasting: wereldwijde belastingplicht
Wie in België woont, is belasting verschuldigd over wereldwijde inkomsten. Of inkomsten in België of in het buitenland behaald worden, is in beginsel niet relevant. België zal ook buitenlandse inkomsten belasten.
Wel kunnen er beperkingen opgelegd worden door dubbelbelastingverdragen: een Belg die buitenlandse bestuurdersinkomsten krijgt, zal in principe alleen belast worden in het land waar hij het bestuursmandaat heeft.
Eigenlijk begint hier ook de fiscale problematiek voor Bitcoin: het decentrale karakter maakt dat Bitcoin moeilijk als Belgisch of buitenlands te kwalificeren is. Het is een onuitgegeven asset categorie, die niet voorzien werd toen het huidige wetboek inkomstenbelasting geschreven werd.
Dat maakt echter niet dat Bitcoin fiscaal door de mazen van het net glipt. Indien er binnen het algemene kader van de fiscaliteit aanknopingspunten zijn voor belastbaarheid, zullen investeerders daarmee rekening moeten houden.
Situering Bitcoin in de fiscaliteit
Bij afwezigheid van specifieke regels, moet aldus teruggevallen worden op de klassieke regels uit het wetboek inkomstenbelastingen. Hoewel de fiscus hierover tot op heden nog geen richtlijnen gepubliceerd heeft, wordt grosso modo aangenomen dat opbrengsten gerealiseerd met investeringen in bitcoin, aanleiding kunnen geven tot hetzij professioneel inkomen, hetzij ‘divers inkomen’, hetzij een onbelastbaar inkomen.
De meeste fiscale discussies betreffen daarbij de afweging tussen een kwalificatie als ‘divers inkomen’ (33% en gemeentebelasting) versus een onbelast inkomen. Van een professioneel inkomen zal immers maar sprake zijn indien de investeringen een herhaaldelijk karakter kennen en er een organisatie mee gepaard gaat die gelijkt op die van een onderneming (bvb. iemand die leningen aangaat om toestellen te kopen in kader van mining).
Om het onderscheid tussen divers inkomen en onbelast inkomen te maken, heeft de zogenaamde Dienst Voorafgaande Beslissingen (DVB) in 2018 een vragenlijst gepubliceerd. Einde 2017 werd de DVB een eerste keer geconfronteerd met diverse rulings, en om orde te scheppen in de chaos trachtte zij een aanzet te geven tot kwalificatie aan de hand van deze vragen. In essentie komt het er daarbij op neer dat geanalyseerd wordt of een belastingplichtige gehandeld heeft als ‘goed huisvader’.
‘Ons kantoor heeft in 2018 de eerste ruling behaald die bevestigde dat er sprake kon zijn van een onbelaste meerwaarde. Wel beperkte de DVB de meerwaarde tot het initieel geïnvesteerd bedrag’, aldus Gertjan Verachtert. Daarbij achtte de DVB onder meer van belang dat bijvoorbeeld gespreid werd ingestapt, en er een sterke buy-and-hold strategie kon aangetoond worden. ‘Met wat goede wil zou men dus kunnen zeggen dat de fiscus hodl’ers als goed huisvader kwalificeert’, licht Gertjan toe.
Anno 2021 liggen de kaarten evenwel merkelijk moeilijker. Sedertdien werden nog een aantal gunstige beslissingen genomen, ook in verband met enkele altcoins. Uit recentere aanvragen blijkt evenwel dat de DVB alsmaar terughoudender wordt om een positieve beslissing af te leveren. Dit is enigszins verwonderlijk, vermits de (vorige) Minister van Financiën begin 2020 nog het standpunt in nam dat crypto-opbrengsten vrijwel identiek als reguliere beursopbrengsten behandeld zouden moeten worden. Daarbij neemt de fiscus van oudsher het standpunt in dat meerwaarde behaald op de beurs, onbelast blijven.
‘Mijns inziens moeten we ondermeer af van het onderscheid tussen de ‘trader’ en de ‘hodler’’, aldus Gertjan Verachtert. Voor de hodler is er fiscaal meer sympathie: zijn buy-and-hold wordt sneller als gedrag van een goed huisvader gezien. De ‘trader’ ziet men sneller als speculant, waardoor diens opbrengsten belastbaar zouden worden aan 33%. Een en ander is afhankelijk van dossier tot dossier, maar er kan zeker geargumenteerd worden dat bepaalde traders fiscaal toch als goed huisvader kwalificeren. Een geïnformeerde trader kan zo veiliger keuzes maken dan een belastingplichtige die koopt… en te lang houdt.
Ruling is geen must
Belastingplichtigen zijn alleszins niet afhankelijk van een fiscale ruling. Zij kunnen ook zelf het standpunt innemen, al dan niet in overleg met een specialist, dat hun meerwaarden kwalificeren als meerwaarde van een goed huisvader. De fiscus dient zich niet te houden aan het standpunt, maar het zal ongetwijfeld nuttig zijn om terug te kunnen vallen op een formeel standpunt van een specialist, wanneer investeerders een deel van hun opbrengsten zouden willen herinvesteren (in een huis, aandelen,…).
‘Voor heel wat verrichtingen blijft vandaag de tussenkomst van een bank of notaris nodig, en zij zullen willen nagaan of de geldstroom correct loopt en of opbrengsten correct gerapporteerd werden’, aldus Gertjan Verachtert. Bij fiscale tekortkomingen, kan het dossier komen klem te zitten.
Wat meerwaarden betreft geldt daar doorgaans dat een niet-aangifte eerder neerkomt op een feitelijke discussie. Dat maakt de niet-aangifte niet per definitie fiscaal frauduleus. Moeilijker wordt het met recente fenomenen zoals (stablecoin) lending of staking via Binance, Bitvavo, … . Deze opbrensten lijken ook fiscaal op interest, wat zou leiden tot 30% roerende voorheffing en waarbij de niet-aangifte dan ook een harde overtreding zou zijn. Dat geldt overigens ook als de rente ‘in bitcoin’ wordt uitgekeerd.
De fiscus kijkt (binnenkort) mee
Tot nog toe opereerde de ruimere cryptomarkt grotendeels zelfstandig. De raakvlakken tussen oude en nieuwe wereld worden echter groter, bijvoorbeeld met de recente listing van Coinbase en verwachte listings van ondermeer Kraken. Dit lijkt ook te leiden tot meer regulering binnen de cryptowereld.
Een belangrijke fiscale trend daarbij is die van de verwachte gegevensuitwisseling. Anno 2021 wisselen landen wereldwijd (van Luxemburg tot Hong Kong) gegevens uit over bancaire tegoeden die inwoners aanhouden buiten hun woonplaats. Stel bijvoorbeeld dat een Belg een rekening aanhoudt bij een Zwitserse bank: de Zwitserse bank zal doorgeven aan de Belgische fiscus wat het tegoed is van de Belg.
Dergelijk fenomeen bestaat vandaag nog niet voor bitcoin. Zo zal de Belgische fiscus niet op de hoogte zijn van Bitcoin aangehouden door Belgen. Wanneer die Bitcoin wordt aangehouden bij een Europese exchange (denk bijvoorbeeld Bitvavo of Bitstamp), dan zal daar mogelijk verandering in komen.
‘In het kader van de bestrijding van de belastingfraude en -ontduiking heeft de EU een voorstel om de zogenaamde bijstandsrichtlijn over de gegevensuitwisseling uit te breiden naar cryptomunten en elektronisch geld’, zegt Gertjan Verachtert. ‘Die richtlijn regelt vandaag al de automatische gegevensuitwisseling tussen EU-landen voor onder meer vastgoed en werknemerslonen. Sinds 2016 slaat de richtlijn ook op bankrekeningen en financiële producten bij een buitenlandse bank.’
Het proces van de wetgeving in België voor de uitbreiding van de richtlijn moet nog volledig worden doorlopen. De bedoeling is dat de definitieve goedkeuring er komt tegen het derde kwartaal van 2021. ‘Door de aanpassing van de richtlijn zouden exchanges (handelsplatformen voor cryptomunten, red.) en digitale banken verplicht worden informatie door te geven. Welke gegevens dat concreet zullen zijn, is nog niet definitief vastgelegd, maar wellicht gaat het over de aan- en verkopen en de saldi op de wallets (elektronische portemonnees, red.) aan het begin en het einde van het jaar. Voorlopig gaat het daarbij alleen over Europa, maar we zien dat een en ander zeer snel realiteit geworden is buiten Europa wat de gegevensuitwisseling van bankrekeningen betreft’, zegt Verachtert.
Wie bitcoin buiten een beurs aanhoudt, heeft niet meteen iets te vrezen. Toch kunnen ook hier fiscale verplichtingen ontstaan als iemand een deel van zijn bitcoin zou willen verkopen. Zo is er de vraag of een account bij een exchange kwalificeert als rapporteerbare bankrekening. Zelfs wanneer die account tijdelijk gebruikt wordt, zou die in scope van een meldingsplicht aan de belastingdienst in België kunnen komen volgens sommigen.
Successieplanning
‘Een nieuw fenomeen is ook de stijgende vraag naar successieplanning in kader van Bitcoin’, aldus Gertjan. Door de toegenomen waarde, beschikken heel wat investeerders over een aardig vermogen. Bij plots overlijden, zou dat vermogen in Vlaanderen belast worden aan 27% van de waarde van het vermogen.
‘Er bestaan heel wat technieken om die 27% legaal te vermijden. De meeste van die technieken vereisen evenwel een voorafgaande schenking. Op die manier kan de fiscale pil gedrukt worden tot doorgaans 3%, maar mogelijk ook 0%’ licht Gertjan toe.
Emigratie
Wie zich ten slotte toch gevangen voelt in het Belgische tax-web, kan nog altijd over de landsgrenzen heen kijken. Gertjan is auteur van een boek over de fiscale gevolgen van emigratie. ‘In heel wat landen geldt nog onzekerheid over de fiscaliteit van opbrengsten van bitcoin of crypto in het algemeen.
Men moet ook steeds verschillende factoren in rekening brengen, bijvoorbeeld meerwaardebelasting, successierechten, vermogensbelasting. Belangrijk is vooral ook dat ‘weg’ ook echt ‘weg’ moet betekenen: wie België alleen maar op papier ontvlucht, riskeert om metterijd alsnog met de fiscus geconfronteerd te worden.